Taakherschikking tussen verpleegkundigen en artsen en wildgroei aan vervolgopleidingen noodzaakten tot een duidelijker beroepenstructuur. Minister van Volksgezondheid Hans Hoogervorst gaf de beroepsvereniging Algemene Vergadering van Verplegenden en Verzorgenden (AVVV) eind 2003 opdracht om te adviseren over een nieuw ‘Verpleegkundige Beroepsstructuur en Opleidingscontinuüm’. De AVVV adviseerde om het verpleegkundige beroep ‘verticaal’ in tweeën te delen. Aan de basis van de beroepsstructuur zag de AVVV 150.000 verpleegkundigen volgens artikel 3 Wet BIG. Deze verpleegkundigen hebben een initiële opleiding op mbo- of hbo-niveau. Aan de top werken 7.500 verpleegkundig specialisten volgens artikel 14 Wet BIG met een master. Op 5 juni 2009 publiceerde minister Ab Klink in de Staatscourant zijn ministeriële erkenning van het vijfde ‘verpleegkundig specialisme’. Naast vier somatische specialismen Master Advanced Nursing Practice (preventieve, acute, intensieve en chronische zorg) is toen ook de master GGz-verpleegkundig specialist erkend.
Voor het maken van gezamenlijke afspraken tussen medisch specialisten en verpleegkundig specialisten over beider inzet hebben de Federatie Medisch Specialisten (FMS) en V&VN Verpleegkundig Specialisten (V&VN VS) in 2015 het werkformulier taakherschikking ontwikkeld. In 2019 is dit werkformulier herzien. Dit werkformulier kan gebruikt worden om op lokaal/individueel niveau samenwerkingsafspraken te maken over de taakherschikking tussen de verpleegkundig specialist en de medisch specialist. Het document is geenszins verplichtend van aard.
Per 1 januari 2021 is het verpleegkundig specialisme Algemene Gezondheidszorg (AGZ) ingevoerd. Dit specialisme is in de plaats gekomen van vier somatische specialismen: preventieve, acute, intensieve en chronische zorg bij somatische aandoeningen. Daarnaast zijn er verpleegkundig specialisten werkzaam in de GGZ (VS GGZ).
In 2023 zijn ruim 5.200 verpleegkundig specialisten geregistreerd in het BIG-register, waarvan 3.600 VS AGZ en 1.600 VS GGZ. Het aantal verpleegkundig specialisten in de Nederlandse gezondheidszorg groeit.
Aanvankelijk leek de focus vooral gericht op taakherschikking. Anno 2024 is de opvatting dat de verpleegkundig specialist meerwaarde heeft voor de zorg, zowel in de algemene gezondheidszorg als in de geestelijke gezondheidszorg. Zij verbindt verpleegkundige en medische behandelingen, en is daardoor goed in staat om zowel naar de ziekte te kijken als naar de patiënt als mens in zijn context. Zo kan zij mensgerichte zorg bieden die zich richt op gezondheid, functioneren, kwaliteit van leven en waardigheid van het leven. Met de in het beroepsprofiel beschreven vakkennis in twee specialismen is de verpleegkundig specialist klaar voor de toekomst.
De titel verpleegkundig specialist is wettelijk beschermd en voorbehouden aan hen die de Master Advanced Nursing Practice hebben voltooid en die ook zijn geregistreerd in het Verpleegkundig Specialisten Register (en hierdoor als specialist zijn aangemerkt in het BIG-register). Misbruik van deze beschermde beroepstitel is strafbaar.
Zelfstandige bevoegdheid
De Regeling zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig specialisten die vanaf 1 september 2018 geldt (voor die datum gold vanaf 1 januari 2011 een tijdelijke zelfstandige bevoegdheid), geeft de verpleegkundig specialist een zelfstandige bevoegdheid voor het indiceren, uitvoeren en delegeren van voorbehouden handelingen. Hierdoor kan de verpleegkundig specialist een zelfstandige behandelrelatie aangaan met een patiënt. De verpleegkundig specialist (VS) mag binnen de GGZ sinds 1 januari 2017 de rol van regiebehandelaar invullen. Zoals genoemd in het kwaliteitsstatuut GGZ, is de regiebehandelaar verantwoordelijk voor de integrale behandeling van de patiënt; de regiebehandelaar coördineert de inzet van alle betrokken zorgverleners en roept specifieke deskundigheid in als dat nodig is. De rol van regiebehandelaar heeft de VS in de GGZ geholpen bij het positioneren en profileren van de functie in het interdisciplinaire behandelteam. Ook buiten de GGZ hebben VS’en een belangrijke rol in de integrale behandeling van de patiënt, echter wordt de rol van regiebehandelaar nog niet als dusdanig (h)erkend.
https://zorgmasters.nl/extdocs/Verpleegkundig-specialist-als-regiebehandelaar-ook-buiten-de-GGZ.pdf
Relevante documenten in links:
Wet BIG (actuele versie)
Factsheet Verpleegkundig Specialist (2018)
Regeling zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig specialisten (2018)
Verpleegkundig Specialisten Register
Voor de regulering en uitvoering van de regels betreffende de verpleegkundig specialismen bestaan krachtens artikel 14 en 15 van de Wet BIG een Registratiecommissie Specialismen Verpleegkunde (RSV) en een College Specialismen Verpleegkunde (CSV). De RSV en het CSV functioneren onafhankelijk van V&VN of V&VN VS. Samen treden zij naar buiten als het Verpleegkundig Specialisten Register (VSR).
Het CSV is verantwoordelijk voor het aanwijzen van de specialismen, het instellen van registers en het opstellen van de algemene regelgeving die vooral is terug te vinden in het Algemeen Besluit. De RSV heeft als taak om de registers te exploiteren en de regelgeving van het CSV te vertalen naar een praktische uitvoering. Zo is de RSV onder meer betrokken bij de accreditatie van scholing voor verpleegkundig specialisten en voor de registratie en herregistratie.
Hieronder een aantal relevante documenten over de RSV en het CSV:
Algemeen Besluit CSV 30-05-2016
Toelichting Algemeen Besluit CSV 30-05-2016
Regeling Specialismen Verpleegkunde 2007 (geconsolideerde versie)
https://venvnvs.nl/